|
Maria
s' Heeren was " bruid van Koning Winter"
in de lichtstoet te Antwerpen, 15 augustus 1902.
Deze werden georganiseerd vanaf 1890.
|
|
|
|
Het
feest
van de Hemelvaart van Onze-Lieve-Vrouw, de
patroonheilige van de Stad Antwerpen.
|
|
De
praalwagen van 1902 stelde een Noords ijskasteel voor
en droeg de naam "Fantazij op de Winter".
Hij was opgemaakt uit gaas en belegd met doeken en
watten. Het geheel werd langs de onderkant verlicht
met benzinelampen, de bovenzijde was voorzien van
elektrische verlichting, olielampjes en kaarsen. Een
tiental kinderen strooide papieren sneeuwvlokjes vanaf
de wagen. Maria vertolkte de rol van de bruid van
Koning Winter. Gracieus troonde zij hoog op de wagen,
zes meter boven de grond. Uit veiligheidsoverwegingen
was zij vastgesnoerd op haar troon. Zij had een schaar
bij om de gordels, ingeval van nood, door te knippen.
Op de Sint-Kathelijnevest stopte de stoet en vatte de
praalwagen plots vuur.
|
|
|
|
de Praalwagen
|
|
Omstanders
konden iedereen bevrijden maar met Maria lukte dit
niet, zij kon zich onmogelijk losmaken. Zij overleed
de volgende dag in het Sint-Elisabethziekenhuis. Het
meisje gold als een symbool van onschuld en werd op 18
augustus door duizenden Antwerpenaars als een
martelares ten grave gedragen. Het stadsbestuur en de
maatschappijen die aan de optocht meededen zorgden
ervoor dat de naaister, die uit een kroostrijk gezin
kwam, een vorstelijke uitvaart kreeg. Langs het hele
traject van het Sint-Elisabethziekenhuis naar de
Kielbegraafplaats stonden die namiddag rouwende
Antwerpenaars. Mensen klommen in bomen, lantaarnpalen
en op rijtuigen. Op weg naar het Justitiepaleis werd
de lijkkist gevolgd door de Sneeuwfeeën die samen met
Maria het drama hadden beleefd. Eminente personen
droegen de hoeken van het baarkleed. Tot laat in de
avond legde men bloemen op haar graf.
|
|
|
|
het graf van Maria.
|
|
Twee jaar na Maria's overlijden had men genoeg geld
ingezameld voor een waardig gedenkteken, dat besteld
werd bij de beste steenhouwer Cl. Jonckheer fils.
|
|

|
|
De
engel boven op het monument duidt op het jonge leven
dat plotseling werd weggerukt. Op Maria's graf
plaatste men geen muze of verpersoonlijking van de
stad, omdat ze niet wordt herdacht om wat ze
realiseerde, maar om wat haar is overkomen.
|
|
|
|